01-09 t/m 10-09: roadtrip Canada - Alaska - Reisverslag uit Watson Lake, Canada van tinekemike - WaarBenJij.nu 01-09 t/m 10-09: roadtrip Canada - Alaska - Reisverslag uit Watson Lake, Canada van tinekemike - WaarBenJij.nu

01-09 t/m 10-09: roadtrip Canada - Alaska

Door: Tineke en Mike

Blijf op de hoogte en volg

10 September 2010 | Canada, Watson Lake

VOORAF: ZIE WWW.TINEKEMIKE.NL VOOR FOTO'S EN FILMS!!!

HERFST EN JAGERS

Woensdag 1 september 2010
Dawson City > Mayo: 240 km
Rond 9.00 uur reden we op de Klondike Highway richting Mayo. Het begin van deze weg ging langs de Klondike River. Hier hebben ze driftig gezocht naar goud en dat kun je nog zien aan de bergen grind die ze uit de rivier hebben gehaald en op de oever hebben gegooid. Op deze heuvels liepen opeens 2 mooie vossen!! (misschien zochten ze ook goud…). De één was rood/bont met een witte punt aan de staart en de andere was zwart met witte achterpoten en ook een dikke witte punt aan de staart. Dat was wel even onverwachts leuk, want de dagen daarvoor viel het wild immers tegen. Ook nu bleek weer dat je beesten ziet, waar je het eigenlijk niet verwacht. Dit was maar net buiten Dawson City.
Op de splitsing waar je moet kiezen tussen Mayo en Whitehorse staat net over de brug een heel klein Visitor Center. Dit wilden we bekijken en meteen vragen waar we de beste kans hadden om wild te zien. Om die vraag moest de mevrouw ter plaatse lachen, want….het jachtseizoen is begonnen en het wild is dus weg (dat wisten we eigenlijk al). De mevrouw was erg “leuk” om te zien. Het was een uiterst dikke dame en leek een beetje op een waarzegster…..We vroegen ons ook af of ze eigenlijk het huisje wel uit kon.
In Mayo zochten we de B & B op, checkten in en reden verder naar Keno over de Silver trail (59 km). Het regende af en toe en dit stuk weg was ook weer een “dirtroad” en de auto, die we aan het einde van de Dempster hadden afgespoten, werd dus wéér erg smerig! Nu wachten we met schoonmaken tot dat we alle “vieze” wegen hebben gehad.
Het dorp Keno is een gezellig, keurig dorpje met nette snackbar (met allerlei oude spulletjes en ophangborden) en een mooi museum. Het museum bestond uit 3 gebouwen. In het hoofdgebouw zag je vooral hoe de mensen vroeger in dit dorp leefden, wat ze allemaal gebruikten enz. en er hingen hele mooie foto’s van goede kwaliteit. Deze waren gemaakt door een plaatsgenoot. In het tweede gebouw stonden grote, oude machines en in het derde gebouw stonden echte oude auto’s: o.a. het frame van een hotrod en volgens Mike een echte “Groningen auto”. Hij logeerde vroeger n.l. bij een familie in Groningen en die hadden zo’n zestigerjaren auto. Hij kon zelfs de geur nog ruiken…….
Voor de terugweg naar Mayo kon je kiezen: of dezelfde slechte weg of een nog slechtere weg. We kozen voor de laatste, maar eigenlijk hadden we dit beter niet kunnen doen. We zagen n.l. geen wild (wat we wel verwacht hadden) en het uitzicht was ook niet geweldig, maar…..dat weten we nu dus wel!
De B&B “Gold en Galena” lag wat afgelegen, maar was een prima plek om te slapen (en te ontbijten), de beste B&B tot nu toe.

Donderdag 2 september 2010
Mayo > Whitehorse: 390 km
We reden een uur eerder weg dan dat we gewend zijn omdat we om 14.00 uur in Whitehorse de olie van de Jeep moesten laten verversen (we hebben inmiddels ruim 10.000 km gereden). Een lampje op het dashboard gaf dit telkens weer aan (met irritante piep). De garage kon alleen op dit tijdstip en dat was eigenlijk wel lastig voor ons reisschema, maar ja…. het moest gebeuren. Dat we eerder op moesten, was niet zo erg, maar nu voelden we ook dat het ’s morgens echt koud is: -3 graden!! Het blad valt hier en daar dan ook al van de bomen en het leek of je zo nu en dan ijs op de bomen/struiken zag zitten. Maar…we hadden het kunnen weten, want ze zeggen hier altijd dat ze maar 2 weken voorjaar hebben, 2 maanden zomer, 2 weken herfst en de rest is winter. En we zitten nu al in september!! Misschien zijn we net op tijd weg uit het hoge noorden voor de grote sneeuwbuien…..(dat hopen we dus wel!!). De herfstkleuren zijn hier trouwens echt prachtig. Vooral het geel: het lijkt wel of het licht geeft…..
Onderweg hebben we vaak de satellietradio aan: the sixties on six of the fifties on five, maar vandaag was de ontvangst erg slecht. Telkens viel de verbinding weg en dat was behoorlijk irritant!
Om 13.00 uur waren we in Whitehorse. Dit was te vroeg en daarom zochten we eerst een hotel met internet. Daarna gingen we naar de garage. Hier bleek dat het een uur zou duren! We lieten de auto achter en liepen naar ons hotel. Mike kon nu achter internet (boeken doen) en we belden Erik. Later haalde ik de auto weer op en deed meteen de boodschappen. Daarna de was en we aten op de kamer. Zo was alles weer voor elkaar en kunnen we er weer een paar dagen tegen.
Het motel “Yukon Inn” in Whitehorse was wel wat minder. We kregen een kamer met hondenharen op de dekens en een naar hond geurend bed….. Dat wilden we dus niet en vroegen (en kregen) een andere kamer (ook niet al te schoon). Gelukkig was het maar voor 1 nacht en hoefden we dankzij de bemiddeling van Mike maar de helft te betalen…..

Vrijdag 3 september 2010
Whitehorse > Haines: 400 km
We reden richting Haines door het grootst beschermde parkgebied van de wereld. Er zijn hier 4 parken met elkaar verbonden: Kluane, Wrangel St. Elias, Glacier Bay en Tatshenshini-Alsek Provincial Wilderness Park.
We zetten de auto dan ook op “cruise-control” op zo’n 75/80 km p.u. en genoten van het spectaculaire uitzicht (250 km!). De kleuren waren ongelooflijk mooi, de bergen bedekt met verse sneeuw en bijna geen verkeer. We maakten dan ook vele stops voor foto’s en film én koffie! Het weer zat ook mee, want het was helder en meestentijds droog. Je hebt wel goed weer nodig, want zonder uitzicht is het een saaie weg (Mike reed hem al 2 x in de regen, ook op de motor). Maar met helder of licht bewolkt weer is het absoluut een “topweg” om te rijden!!
Onderweg kwamen we groepjes Airstream caravans tegen. Dit zijn zilverkleurige, lange ronde caravans. Voorop staat meestal een nummer en ze rijden in groepjes van 3 of 4. Waarschijnlijk is het van een club of zoiets.
We kwamen ook weer door het dorp Klukshu (64 km vanaf Haines Junction richting Haines). Dit was een verstopt traditioneel indianendorpje waar de First Natives hun zalm vangen (en ik voor het eerst rode zalm zag!). Wanneer de eerste zalm gevangen was, vierden ze dit met een feest. Ze deelden de zalm…. Gelukkig woonden er niet veel mensen, want zo groot zijn die zalmen nu ook weer niet. Nu mag er door de slechte zalmstand (door de commerciële visvangst) niet meer met netten gevist worden!
Bij de douane (grensovergang naar Amerika) hoorden we dat we zeker beren in Haines zouden zien. In deze tijd (eind juli tot eind september) zijn er behoorlijk veel – ook in het dorp!! De vrouw van de douanier zou ze het liefst afschieten, zo lastig vindt zij ze…..
’s Avonds gingen we natuurlijk naar de berenkijkplek. En inderdaad zagen we grizzlies: 3 losse, 1 moeder met 3 jonkies en 1 moeder met 2 cubs. Dat was dus genieten. Je moest wel goed uitkijken, want de beren konden van alle kanten komen. Ook van achter. Voor de veiligheid liepen er dan ook wat rangers/oppassers rond en het stuk waar de meeste beren overstaken was afgezet met een bord en een streep op de weg. Dit afgezette stuk was tegenover een afzetting in het water voor de zalm. Hier werd de zalm geteld. De jonge beertjes kropen op het zalmrek en konden zo ook zelf vissen vangen….
Het was wel jammer dat veel beren hier een merk in hun oor hadden. Hierdoor leek het minder wild, maar dat is natuurlijk niet zo. De beren gaan en staan waar ze willen…..

Zaterdag 4 september 2010
Nog een dagje Haines.
Na een lekker ontbijtje in de Summer Inn B&B (een huis uit 1912, nog grotendeels in de originele staat en dus behoorlijk basic) gingen we weer naar de berenkijkplek. En…we hadden weer geluk. De moederbeer met de 2 jonkies scharrelde rond de brug. We konden haar nu veilig en heel goed bekijken en filmen! Ook zwommen er zeehonden rond. Dat was ook wel weer bijzonder, want het was een rivier die uitmondde in het fjord. Daar verwacht je toch geen zeehonden….
We stonden nog een tijdje (anderhalf uur!) bij de zalmtelplek, maar daar was niets te zien. Wel dronken we daar onze koffie en boven ons hoofd (via het open dak) hoorden we de raven “praten”.
’s Middags zagen we weer beren, maar nu langs de weg en té dichtbij! We moesten echt maken dat we in de auto kwamen, want je weet maar nooit! Als de kleintjes naar je toe rennen (en die zijn nogal speels en nieuwsgierig) dan komt de moeder natuurlijk ook!
Later in de middag reden we ook nog een andere weg rond Haines: de Mudroad. Dit was (weer) een doodlopende weg en er was niet veel te zien. Er zat geen wild en er was weinig uitzicht.
’s Avonds zagen we de meeste beren tegelijkertijd. Maar liefst 4 volwassen beren en 3 jonkies! En even later 2 moederberen met (samen) 5 babies. Dat was dus weer genieten!!

Zondag 5 september 2010
Nog een dag in Haines, maar we moesten wel verhuizen. De B&B had slechts plek voor 2 nachten. Nu gingen we naar de overkant naar Captain’s Choise Motel. We probeerden te bellen naar Kees voor zijn verjaardag, maar dat lukte maar steeds niet. Misschien gebruikten we het verkeerde nummer. En…internet lukte ook niet vandaag. Hij moest dus een dagje wachten op zijn felicitaties…..
We gingen weer naar de berenkijkplek en lieten 2 vrouwen uit de B&B meerijden. Zij hadden zelf geen vervoer en het is toch zo’n 20 km rijden. Dat is wat ver om te lopen. Ze waren blij dat ze mee konden en we zagen (gelukkig) weer de moeder met de 2 jonkies, één andere beer en de zeehonden.
Verder deze dag bekeken we het dorp nog wat, sliepen wat bij, aten op de kamer en gingen nog een keer naar de berenkijkplek. Ook nu zagen we de moederbeer met de 2 jonkies.

Maandag 6 september 2010
Haines > Whitehorse: 400 km
Vannacht, rond 02.00 uur, werden we in onze slaap gestoord door gerommel op straat. Nieuwsgierig als we (Tineke) waren, keken we uit het raam en zagen…..een moeder grizzly met jong. Ze hadden een houten vuilniscontainer opengebroken! De troep lag er netjes naast verspreid…. Mike heeft een nachtstand op de camera en kon het dus aardig filmen. We hadden wel verhalen gehoord van beren in het dorp, maar dan heb je zoiets van “ja, ja….”. Nu weten we dus wel beter!
Haines ligt aan een doodlopende weg en we moesten dus 250 km terugrijden naar de Alaska Highway. We hoopten op dezelfde uitzichten, maar dat was helaas valse hoop. Het was wel droog, maar bewolkt en dus geen uitzicht op de bergen… Wel zagen we meer eagles langs de weg. Dit was waarschijnlijk het begin van de grote zwerm die hier in de maanden oktober en november bij elkaar komen. Bij Haines is n.l. de grootste verzamelplek voor eagles ter wereld. Er komen er zo’n 4.000!!
Verder keken we nog even in Klukshu (het indianendorpje). Hier was een moeder met haar dochter (?) vissen aan het vangen met een haak! Terwijl we daar wat rond keken, sloeg ze er letterlijk één aan de haak…. En we keken nog even bij het meer waar we met Erik en Brent (een gids) ooit een wandeling maakten. Ook hier was het koud en somber weer. We dronken er onze koffie en gingen maar snel weer verder.
In Whitehorse gingen we naar de fishladder. Erik had ons deze tip gegeven. Hier kon je zien hoe de vissen via de “ladder” niet in de elektriciteitscentrale terecht kwamen, maar achter de centrale en zo hun route konden vervolgen. We waren er om 16.45 uur en om 17.00 uur ging het dicht. Het bijzondere hieraan was, dat het pas weer volgend jaar open zou gaan. Vandaag was de laatste openingsdag van dit seizoen en wij waren dus de allerlaatste bezoekers van dit jaar, want achter ons ging de deur op slot…..

Dinsdag 7 september 2010
Whitehorse > Skagway: 180 km
Afgelopen nacht sliepen we allebei als een os. We voelden ons niet echt heel erg moe toen we naar bed gingen, maar daar hadden we ons in vergist. Je bent zo’n dag toch behoorlijk bezig met kijken, indrukken verwerken en het autorijden….. we sliepen weer in het Yukon Inn hotel en dit keer was het prima: schoon en heel stil!
Toen we opstonden, zagen we meteen al dat het een mooie dag zou worden. In de auto gaf de meter nog maar 2 graden aan, maar de wolken (de mist) waren (was) aan het optrekken. Later bleek dat we gelijk hadden en de hele weg naar Skagway hadden we prima zicht.
We kwamen langs Carcross, wat de afkorting is van Caribou Crossing. Vroeger kwamen hier kuddes caribou voorbij, maar dat is over…... Het dorpje was echt klein, maar er waren wel 3 hele leuke winkeltjes in oude stijl. Ze verkochten er ouderwetse en nieuwerwetse spullen. De etalages waren met oude/antieke spullen ingericht. Verder was er een groot Visitor Center, een oude loopbrug en een oude spoorbrug, maar op die bruggen kon je beter maar niet meer lopen. Vanuit Skagway kon je vroeger met een (stoom)trein via Carcross naar Whitehorse. Tegenwoordig kan dat in het hoogseizoen weer tot Carcross (met een stoomtrein).
In Skagway komen dagelijks verschillende grote cruise-schepen aan en al die passagiers (6.000 in het hoogseizoen) gaan iets ondernemen. We kwamen onderweg dan ook verschillende bussen (vol) tegen. Verder kon je vanuit hier (met de boot) naar Haines beren gaan kijken; of naar Whitehorse; of naar Dyea, of…… …… ……
Het hotel in Skagway (Westmark Inn) zag er prima uit. We installeerden ons en daarna gingen we “shoppen”.

Woensdag 8 september
Nog een dag is Skagway
Na een bezoek aan een glasblaaswinkel net buiten het dorp gingen we naar Dyea, met onze eigen auto. Het was een aardige weg (wel weer een modderweg) langs het water: de Chilkoot Inlett. Helaas zagen we geen wild, maar wel een plaats waar vroeger een dorp had gestaan en waar ze nu nog 1 gevel van een houten huis hebben staan…. En we bezochten een kerkhof uit 1803. Hier lagen alle mensen die omgekomen waren op 3 april 1803 bij een sneeuwlawine. Het weer was plotseling omgeslagen van heel koud naar heel warm en daardoor was de sneeuw gaan schuiven.
Helaas hadden we geen koffie voor onderweg, want ik had de tas vergeten….. Terug op de kamer was dit daarom het eerste wat we deden: koffie drinken!
Daarna liepen we nog wat rond in het dorp, langs de cruiseschepen en langs de treinen. Zo was het een rustige dag en konden we er de volgende dag weer uitgerust tegenaan!!

Donderdag 9 september
Skagway > Atlin: 255 km
De weg naar Atlin was grotendeels onverhard en ging langs de bergen en door de bossen. Er zat weinig verkeer op en we konden dan ook heel rustig rijden. Natuurlijk met de hoop wild te zien, maar helaas…..
In Atlin zochten we Taku Adventures op. Bart (van Taku Adventures) was toevallig thuis. Vorig jaar heeft Erik hier een survival training gedaan en het was heel leuk om te zien waar hij toen heeft rond gelopen!
De weg waar dit bedrijf aan lag, reden we verder af. Na een paar kilometer werd het weer…..een blubberweg! En omdat het ook regende, zag de auto er na verloop van tijd super vies uit.
We vonden een kamer in de Atlin Inn met uitzicht over het meer naar de bergen. Op de bergen zag je heel duidelijk de plaats waar ooit de gletsjer gelegen moet hebben.
In de kamer was het allemaal wat oud en klein, maar schoon en dus voor deze nacht oké!!
Het hotel werd gerenoveerd en er werkte een mevrouw uit Nederland. Zij moest 6 jaar geleden een “boodschap” doen in Atlin en was er zo weg van…..6 maanden later woonde ze er met haar man (ook een Nederlander).
Helaas hadden ze vandaag geen warm eten in het hotel, want de kok was boodschappen doen en was niet op tijd terug…. Dat werd voor ons dus weer brood op de kamer!
Atlin is een klein dorp met deels oude huizen uit begin 1900. Tegenover het hotel lag de boot “Tarahne”. Hiermee werden vroeger de mensen (goudzoekers en later toeristen) over het meer meer gebracht om in Atlin en verder weg hun geluk te beproeven. Het was het eerste schip wat deze overtochten verzorgde en was speciaal daarvoor in Atlin gebouwd.
Na het eten bezochten we (weer) een oud kerkhof en reden daarna naar Suprise Lake. Daar zouden de beren e.d. zitten, maar alles wat we zagen, was nog meer modder en kuilen en heel veel hopen steen langs de weg. Die waren ook hier door de mijnbouw neergegooid.
We zagen zelfs geen sporen van beesten!

Vrijdag 10 september 2010
Atlin > Watson Lake: 450 km
Vanuit Atlin moesten we dezelfde modderweg terug rijden (en nu met veel regen) tot waar je moet kiezen: naar Carcross of naar Watson Lake. Wij kozen dus voor het laatste. Het werd een behoorlijk saaie dag, want het was erg slecht weer en daardoor hadden we weinig zicht én je moest extra opletten bij het autorijden.
Wel stopten we nog even bij de brug over Teslinlake (grootste brug van de Alaska Highway). Hier dronken we (onze eigen) koffie en keken nog even in het museumpje (bij de souvenirwinkel). Als je hier ooit bent, moet je dit echt even bekijken, want het is prachtig. Ze hebben alle dieren die hier voorkomen opgezet en in de “natuurlijke omgeving” tentoongesteld.
We sliepen in het Watson Lake Hotel. Een matig hotel, maar wel met internet…..

  • 12 September 2010 - 16:58

    Kees:

    Het was weer leuk om te lezen en ook weer heel herkenbaar!
    Gisteren kwam jullie kaart: bedankt! Leuk dat jullie er überhaupt aan gedacht hebben en dan ook nog een kaart sturen... Daar nemen we zeker een borrel op! ;-)
    Groetjes!!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Actief sinds 17 Juli 2009
Verslag gelezen: 425
Totaal aantal bezoekers 125917

Voorgaande reizen:

17 Mei 2010 - 01 Oktober 2010

Canada > Australia > Canada > Alaska

07 Januari 2010 - 17 Februari 2010

Californië > Hawaii > Florida

10 Juli 2009 - 23 September 2009

VS, Canada, Polynesia en Cookeilanden

11 Juni 2011 - 30 November -0001

Roadtrip VS en Canada

Landen bezocht: