Week 8: regen en mist, walvissen en vogels
Door: Tineke
06 Augustus 2011 | Canada, Ottawa
Maandag 1 augustus 2011
Nog een nacht in Witless Bay: 300 km
We bleven nog een nacht in dezelfde Inn. Omdat hier veel mooie uitzichtspunten waren en we deze dag op whalewatch gingen, hoefden we ons niet te vervelen. Toen we wakker werden, was het helder, zonnig weer en geen mist (zeer uitzonderlijk). Daarom besloten we om terug te gaan naar Cape Spear. Gister was het hier druk met walvissen, maar konden we ze niet zien - wel horen! Vandaag konden we ze dus ook zien. Toen we aan kwamen rijden, zagen we meteen al blows. Het was echt geweldig. Zulke grote beesten zo dicht bij de kant die aan het eten, spelen en slapen waren. Je zou bijna naar ze toe zwemmen en ze aanraken! Er zaten ook heel veel vogels en dat duidt vaak op veel eten in het water.
We moesten op tijd terug, want om 12.15 gingen we op puffin en whalewatch. Puffins hadden we natuurlijk al uitgebreid gezien en gefotografeerd in Elliston. Op deze tocht zag je er minstens zoveel (half miljoen op drie eilanden), maar niet zo dichtbij. Je kon nu bv. de kleuren niet zo goed zien. Toch was het imposant om er zoveel bij elkaar te zien. Voor de walvissen moesten we wat verder varen, maar het resultaat was fantastisch. Er zaten er wel 10 om de boot heen (of was de boot tussen hen gaan liggen?). Ze kwamen heel dichtbij en bij het fotograferen pasten ze vaak niet in beeld! Zo groot zijn ze!! Ook kon je de vinnen en de witte kleur heel goed zien door het heldere water. We zaten op een Catamaran. Dat is een van de betere boten voor een tocht op de oceaan. Toch waren er zeker 20 mensen ziek door de hoge golven (ongeveer 2 meter,viel nog mee zeiden ze!). Wij gelukkig niet en we hadden niet eens een pilletje op!
Toen we weer aan land waren, reden we naar Ferryland. Dit was wel een aardige rit, maar niet bijzonder. In het dorp Ferryland, liepen we naar de vuurtoren. Hier had je een mooi uitzicht over de oceaan, maar geen walvissen…. Daarom gingen we nog maar een keer terug naar Cape Spear. Daar zie je ze zo mooi, daar krijg je nooit genoeg van. De walvissen waren er nog steeds. Helaas kwamen er steeds kleine bootjes (vissers) tussen de beesten liggen en dat vonden de walvissen duidelijk niet leuk. Je zag dan dat ze zich snel uit de “voeten” maakten.
Cape Spear is niet alleen het meest oostelijke punt van Newfoundland, maar ook één van de mooiste plekken! Als je hier in de buurt bent, is het eigenlijk een verplicht nummer dus!!
Dinsdag 2 augustus 2011
Witless Bay > Cape St. Mary’s > Argentia, North Sydney
Newfoundland, Nova Scotia
13, 90, 91, 92, 100, ferry
We begonnen deze dag aan het laatste ritje op Newfoundland (’s avonds met ferry terug naar Nova Scotia). We reden naar Cape St. Mary’s om naar de grootste gannet (vogel met gele kop/Jan van Genten) kolonie van Noord Amerika te kijken.
Er zouden er hier zo’n 11.000 moeten zitten. Aan het geluid te horen, leek het wel te kloppen. Het was een fantastisch spektakel. Al die vogels krioelden door elkaar en fladderden af en aan. Het was ongelooflijk dat ze hun eigen plekje steeds weer terug vonden. Heel soms landde er toch een verkeerd, maar dan werd hij hardsnavelig weggewerkt en kon hij opnieuw gaan zoeken!!
Er zaten er ook heel veel met jongen. Dat waren dan nog van die zachte donzige bolletjes.
Verder zaten er ook zwart-wit vogels die stonden als een pinquin (razorbill) en kleinere, rondere zwart-witte (thick billed murre). We hadden dit niet graag willen missen en als je hier bent, moet je er zeker naar toe!!
Verder kom je hier in alle uithoeken (zoals vandaag) Mustangs tegen in mooie kleuren en bestuurd door….mooie vrouwen! (dat vindt Mike althans. Ik zeg steeds: “wacht maar totdat ze uitstappen…”).
De ferry vertrok om 19.00 uur en kwam pas de volgende ochtend rond 9 uur aan in North Sydney. We zaten dus de hele nacht op de boot en daarom hadden we een hut. Zo konden we rustig eten, douchen, computeren, slapen, enz. Het was ondertussen weer behoorlijk dicht getrokken met de mist en was er buiten weinig te zien. Bovendien riepen ze om dat je én geen spullen op een stoel mocht achterlaten én niet op de grond mocht liggen om te slapen. Dat ging vroeger in Griekenland toch wel heel anders….gelukkig hadden we dus een hut.
Het werd trouwens tijd dat we vertrokken, de kaart van New Foundland is “op”……
Woensdag 3 augustus 2011
Nacht op de ferry doorgebracht, vervolgens naar Liscomb Mills
Newfoundland > Nova Scotia
125, 4, 104, 344, 316, 7
Vannacht werd ik rond 3 uur wakker. Ik keek door het raam van onze hut naar buiten en zag verschillende vogels met de boot mee vliegen. Dat was een mooi gezicht, want door het licht van de boot gaf hun witte kleur ook “licht”. Evenals de schuimkoppen van de golven (en die waren behoorlijk hoog) en het schuim langs de (zeer grote) boot.
Toen we weer in Nova Scotia rond reden, viel meteen de drukte weer op. Veel verkeer en ook veel vrachtwagens. De wegen zijn hier erg golvend (Rollin’ Hills) met veel bos/groen. Je hebt dus ook minder zicht op het verkeer om je heen.
We reden de Adelaarsroute en volgens de reisbeschrijving zouden de vogels er ook echt moeten zitten. Hoe we ook ons best deden, we zagen alleen enkele houten…. Misschien kwam dat ook door het regenachtige, mistige weer. Bovendien waren de 316 en de 211 erg slechte wegen, met heel veel gaten en scheuren waar het gras in groeide! En er stonden ontzettend veel huizen leeg en te koop. Al met al zag het er vandaag allemaal een beetje troosteloos uit.
De auto vraagt elke dag om een olieverversing (er gaat steeds een lampje branden), maar bij Ford hebben ze steeds geen tijd om dit tussendoor te doen. We hebben het nu bij 3 garages gevraagd. We moeten toch maar gaan bellen/plannen voor een plaats waar we over een paar dagen zijn, want San Francisco is toch nog wel een eindje rijden!
Donderdag 4 augustus 2011
Liscomb Mills > Indian Point (bij Mahone Bay): 450 km
Nova Scotia
7, 107, 2, 3, 333, 329
Vandaag was het een mistroostige, regenachtige dag. We reden veel binnendoorwegen en we kwamen langs leuke dorpjes en vissershaventjes, maar door de regen en de mist gingen we weinig uit de auto. Een uitzondering maakten we voor het bekende ‘Peggy’s Cove’, met vuurtoren, maar dat kon ons ook niet echt bekoren, we hebben beter gezien hier in Oost Canada. We kwamen af en toe langs de oceaan, maar daar was ook niets te zien.
We hebben in de auto een opschrijfboekje liggen. Hierin schrijven we overdag de dingen die gebeuren en het vermelden waard zijn. Vandaag stond er niets in….
We hadden een mooie kamer in Bayview Pines Country Inn in Indian Point en wilde eigenlijk een wandeling in de omgeving maken, maar het regende echt te hard. Daarom gingen we maar op de kamer relaxen!
Vrijdag 5 augustus 2011
Indian Point > Smith’s Cove: 450 km
De omgeving van onze kamer in Indian Point was echt mooi.’s Ochtends scheen de zon en bij de kamer zaten veel hummingbirds (kolibries) en een ree met jong. En toen we met de auto rondreden zagen we dat het er lieflijk en groen uitzag en dat je vaak uitzicht had op de oceaan, meertjes en riviertjes. Helaas konden we hier niet te lang blijven hangen, want Mike had met een Forddealer in Digby voor 16.00 uur een afspraak gemaakt om de olie te verversen. We waren blij dat dit gelukt was en wilden niet te laat komen.
Na een tijdje rijden, begon het weer te regenen. En dit duurde tot aan de baai van Fundy. Toch deden we een wandeling in het Kejimkujik National Park, want aan het einde van deze trail zou je een prachtig uitzicht hebben over de oceaan. Nou…het was wel mooi, maar niet zoals de boeken zeiden. Bovendien was het ook hier mistig. Wel lagen er wat zeehonden op een rots.
Na het inchecken in de Harbour View Inn reden we nog even naar de dorpjes Salmon River en Bear Cove. Hier zag je een beetje hoe het vroeger geweest moet zijn. Nu was er geen zalm én geen beer meer te vinden! Alleen een doodgereden wasbeer (niet door ons….).
Zaterdag 6 augustus 2011
Smith’s Cove > Brier Island: 125 km
We bleven nog een nacht in hetzelfde hotel en vanuit hier reden we naar Brier Island om een whalewatch te doen in de Bay of Fundy. Dit is de baai tussen New Brunswick en Nova Scotia en is 290 km lang. Het was zo’n anderhalf uur rijden en we moesten 2 oversteken met een veerpont maken. Die veerboot betaal je alleen op de heenweg (5,25 dollar). De terugweg is gratis. We waren wat vroeger “van huis” gegaan, zodat we onderweg wat dorpjes en vuurtorens konden bekijken. Wat erg opviel was dat het eb was. Het water stond ontzettend laag. Dit hadden we wel enigszins verwacht, want we hadden gelezen, dat hier tussen eb en vloed net zoveel water verplaatst wordt als dat er water in alle rivieren van de wereld bij elkaar zit (100 biljoen ton!!!). Het verschil tussen eb en vloed is dan ook zo’n 16 meter! Dat is ontzettend veel. Hopelijk is het op de foto’s te zien. We hebben plaatjes geschoten op de heen én op de terugweg.
Ook op Brier Island reden we eerst naar de vuurtoren (op het noordelijkste punt van dit eiland). Deze was niet bijzonder, maar we konden hier wel een wandeling maken langs het water naar een groep zeehonden. Deze waren zwart-wit van kleur en lagen ontzettend te roepen. Dat was dus weer wel bijzonder!
De whalewatch was ontzettend gaaf!! Het duurde lang voor ze de beesten hadden gevonden, maar het was het wachten/zoeken zeker waard! De walvissen leken eerst lui. Later leek het of ze op óns hadden liggen wachten, want ze zwommen steeds om de boot heen, draaien op hun rug en zwommen onder ons door. Je kon ze heel goed zien, want het water was hier erg helder. Soms leek het wel of ze de boot raakten!! Ze kwamen zo dichtbij dat de mensen er stil van werden (en misschien wel een beetje bang??). Zo zie je heel goed hoe ontzettend groot humbackwhales (bultrugwalvissen) zijn!! De tocht was voor ons echt een feestje en het fotograferen gaat gelukkig steeds iets beter, zodat we best goede foto’s hebben. De film is volgens ons ook weer prima (maar Mike oefent dan ook al een tijdje….)!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley