3 t/m 15 juni: Tasmanië
Door: Tineke en Mike
15 Juni 2010 | Australië, Hobart
DUIVELS EN REGENBOGEN
Donderdag 3 juni 2010
Door het lange vliegen (14 uur naar Nieuw Zeeland, 3 uur overstaptijd en 5 uur vliegen naar Melbourne/Australië) en het tijdsverschil zijn we deze dag helemaal kwijt!!
Vrijdag 4 juni 2010
Melbourne
Vandaag kwamen we dus pas aan in Melbourne (Australië). Tijdens de vliegreis hadden we wel geslapen, maar door de lange (14 uur), zware vlucht (met veel luchtzakken/geschud) waren we allebei behoorlijk gaar. Helaas had Askja (de reisorganisatie) een hotel geboekt midden in de stad (23 km van het vliegveld) en we moesten zelf maar zien hoe we daar kwamen. We gingen met de Sky-bus (was 26 dollar p.p. voor een retourtje, met een taxi zou een retour 100 dollar zijn). De waarde van de Australische dollar is één euro min 1/3 (en ook hier hadden we pech dat de euro zo gezakt is…). De reis naar het hotel ging op zich wel goed alleen bleek later, dat deze bus ’s ochtends niet voor 6 uur vanaf het hotel ging en wij moesten uiterlijk 6 uur op het vliegveld zijn. Zo moesten we gedeeltelijk toch nog een taxi (voor 10 dollar) nemen naar de overstapplaats van de bus.
Het hotel was erg chic en behoorlijk duur. Een halve liter water was “slechts” 6 dollar 50! Maar gelukkig hadden we snel een goede kamer, ondanks dat we eigenlijk te vroeg waren. De eerste kamer was naast de lift, de tweede had maar 1 bed en de derde (op 13 hoog) was oké.
De vouchers voor de rest van onze reis in Australië lagen in dit hotel klaar. Dit was goed geregeld, maar door alle bijgevoegde folders e.d. woog het wel zeker 2 kilo. Dit konden we niet gebruiken, want op de vluchten binnen Australië mochten we maar 20 kilo p.p. meenemen (tenzij je met Quantas vloog, wij dus met de KLM en Air New Zealand, waar wel 23 kg toegestaan was). Ook erg vervelend dus (en onze handbagage werd zo wel erg zwaar!). Maar ja, het moet toch allemaal mee.
Tijdens de wachttijd voor de kamer konden we wel onze bagage netjes opslaan in het hotel en konden we de stad bekijken. Het was midden op de dag en dus was het beter om nog wat wakker te blijven. Melbourne is best leuk. Wel meer grijs dan groen en (natuurlijk) vol, maar toch gezellig. Wat opviel was dat er veel Aziaten rondliepen en vooral jonge moderne mensen.
We liepen ook langs het gerechtsgebouw, een kerk en een museum en door het/een park. Wat in het park vooral opviel, waren de ijzeren platen om de bomen, zodat de beesten (possums?) er niet in kunnen klimmen. Dit zagen we vorig jaar ook in Nieuw Zeeland. En er zaten veel zwarte vogels met helder witte stukken. Het wit was zo schoon, dat je zou denken dat ze net gepoetst zijn…..
In Canada was het het einde van de winter, nu zijn we aan het begin van de winter. De bladeren aan de bomen zijn bruin en vallen er al af en het is koud (10 graden)! We zijn immers van ver op het noordelijk halfrond naar heel ver op het zuidelijk halfrond gevlogen. En….we zijn even kwijt hoe laat het thuis is…..
Zaterdag 5 juni 2010
Melbourne > Hobart (Tasmanië): gevlogen > Hobart > Port Arthur: 100 km met de auto
Ook vandaag moesten we het vliegtuig weer in. Dat zit er natuurlijk in als je ergens wilt komen en wat wilt zien, maar waarom toch zo vroeg (07.00 uur vliegen)?
We hadden goed geslapen in onze chique kamer en waren op tijd op het vliegveld. We gingen gemakkelijk door de douane, maar gingen terug om nog even te ontbijten bij de Subway. Dat waren we vergeten. Hier kregen we wel spijt van, want toen we weer door de douane wilden, werd Tineke 3 keer gecontroleerd. Waarschijnlijk door de zware rugzak, waarin alle opladers e.d. zaten. Kennelijk konden ze dit op het scherm niet goed thuis brengen……
Na ongeveer anderhalf uur vliegen reden we eindelijk met een huurauto (een zilvergrijze Toyota Camry) van Herz rond in Tasmanië! Dit was nadenken geblazen, want hier moet je links rijden.
Tasmanië is zo groot als Zwitserland en is het zuidereiland van Australië (waar het dus ook bij hoort), al aardig in de richting van Antarctica. We zagen direct opvallend veel groene bossen naast uitgestrekte, golvende weilanden met…..tig schapen en koeien!
Deze eerste dag zagen we meteen al heel veel verschillende vogels in de mooiste kleuren: bv. zoiets als een duif, maar dan roze; papagaaien; zoiets als een winterkoninkje, maar dan met een staart van zeker 8 cm en ongelooflijk blauw; tig soorten zwart-wit vogels, groot en klein; een dikke specht op de draden van de elektrische leidingen; met een knalrode borst; met een gele kop enz. enz. Je kijkt je ogen uit. Ook zagen we meteen al kangoeroes, maar die lagen wel erg rustig langs de weg, tussen de blikjes en flesjes……
We kwamen langs een opvangcentrum voor Tasmaanse duivels. Daar gingen we natuurlijk heen, want dan hadden we in ieder geval een echte duivel gezien. Deze stop was zeker de moeite waard. Er zaten verschillende duivels, possums en kangoeroes. Je mocht gewoon tussen die kangoeroes door lopen en we mochten ze ook voeren (met speciaal voer). Dat was natuurlijk wel even leuk! Er zaten ook verschillende (zieke en niet zieke) duivels en deze kregen ook net eten. Eigenlijk zien ze er helemaal niet uit als een duiveltje, maar meer als een forse zwarte kat met een grote bek (zie de foto’s). De duivel wordt inmiddels door een ziekte (besmettelijke vorm van ‘bekkanker’) in zijn bestaan bedreigd.
Zo kwamen we bij ons hotel Comfort Inn in Port Arthur. Helaas wisten ze hier niets van onze komst (?), maar op vertoon van de reservering, kregen we toch snel een kamer. Deze kamer was erg koud, had geen (snel) warm water, geen internet, piepkleine lichtknopjes, een wel heel ouderwetse tv van 30 bij 30cm en zgn. antiek meubilair, maar wel extra dekens (waaronder een elektrische!) en dus hadden we het ’s nachts niet koud. ’s Avonds begon het al rond half 5 donker te worden. Toch reden we nog even een heel klein rondje om het “prehistorische” Comfort Inn hotel en zagen we aan alle kanten beesten wegschieten! Nu snapten we waarom er zoveel “roadkills” lagen…..
Daar er nergens iets open was om te eten (en we de Comfort Inn te duur vonden), hebben we ons ontbijtbrood maar genomen. Het smaakte prima (en wel zo goedkoop)!
Zondag 6 juni 2010
Port Arthur > Swansea: 186 km
Al met al hadden we deze nacht goed geslapen, want het was rond en in het hotel erg stil. Vanuit de tuin konden we het oude dorp Port Arthur bekijken (oud gevangenkamp, waar je maar beter niet terecht kon komen). We gingen hier niet naar toe, omdat het er allemaal erg stil uitzag, het regende en we het vanuit ons hotel goed konden zien. Wel kwamen we later langs het oudste militaire gebouw. Dat is nu een museum en daar konden we ook naar binnen. We kregen te zien/horen hoe vroeger de gevangenen behandeld werden. Daar word je niet vrolijk van. De bewaking gebeurde m.b.v. licht en honden. Die honden hebben nu een standbeeld……
Wat verder opviel deze dag was, dat we in Canada en Amerika altijd grote wilde beesten zagen en hier juist kleine, maar wel heel veel en vaak dood langs de kant van de weg! En….er reden vandaag veel (de nieuwste) Ducati’s en MV-Agusta’s rond (Mike’s motorhart ging helemaal open). Hoe komen die nou hier??? Als je een keer goed gas geeft vlieg je de bocht uit en als het even tegenzit ook het eiland af.
Zo kwamen we in Swansea waar we ons hotel moesten zoeken.
Maandag 7 juni 2010
Swansea > Freycinet National Park: 90 km
We sliepen (prima) in het Meredith House (hotel) en hier kregen we het beste ontbijt aller tijden: zoveel keuze en zo lekker. Volgens ons was de beheerder (een hele vriendelijke man) niet naar bed geweest en had hij de hele nacht in de keuken gestaan!
Zo gingen we goed gevuld op weg naar Freycinet National Park. Omdat dit niet ver rijden was, hadden we de tijd om rustig rond te kijken in de buurt (je kunt immers meestal pas na 14.00 uur inchecken). We deden eerst het Visitor Centre. Ook hier werkte een aardige man en gaf ons de nodige uitleg over de omgeving, het wild in de buurt en over een korte wandeling naar de vuurtoren. Dit laatste gingen we meteen doen, want dat kon nog net voor de kanotrip, die om 13.00 uur voor ons gepland stond. Het was een rondje van 20 minuten en je had mooi uitzicht over de oceaan. De vuurtoren zelf was wit en wat klein/kort.
Zo stonden we iets voor één uur keurig op de afgesproken plaats voor de kanotrip, maar…………hoe we ook wachten er kwam niemand om met ons het water op te gaan (nog een foutje van Askja?). Toen we langs gingen bij het bedrijf was het aanvankelijk gesloten en later bleken ze van niets te weten. Om toch (sportief) bezig te zijn, hebben we onze sportkleren aangedaan en hebben 20 minuten langs het strand gerend (Muir Beach) (dat was echt wel zwaar!!) en zijn we nog een keer naar de vuurtoren gegaan. Daar heb je n.l. ook kans om walvissen en/of dolfijnen te zien. Helaas was het geluk vandaag niet met ons, want we zagen geen vis. We liepen ook nog naar Sleepy Bay. Hier had je echt een prachtig uitzicht, maar ook hier helaas geen walvissen of dolfijnen. Wel een mooie regenboog……
Het was te laat om nog een andere hike te doen, omdat het om 5 uur al donker is en dan komen al de beesten het bos weer uit de weg op. Dan kun je beter thuis zijn en niet meer met de auto rijden.
We keken nog naar een (gehaaste) diapresentatie van een gids uit onze lodge, over de omgeving. Hierbij zaten ook dia’s over een trip die wij de volgende dag zouden doen. We weten nu dus waar we op moeten letten.
Tot slot gingen we eten in het restaurant van de Lodge. Toen we terug liepen naar onze kamer, zagen we 2 possums. Helaas konden we zo snel geen foto’s maken.
Dinsdag 8 juni 2010
Freycinet > St. Helens: 116 km
Vandaag maakten we een lange wandeling: de Wineglass Bay en Hazard Beach ‘hike’. Dit was een rondje van 11 km en je zou er ongeveer 5 uur over doen. We moesten 200 meter hoogteverschil overbruggen. Dat betekende dus veel klimmen (en zakken) over rotsen. We startten om 9.30 uur, hadden heel mooie uitzichten, zagen een paar keer kangoeroes op en vlak naast het pad en waren heel moe toen we terug waren (13.30) (we hadden al wat spierpijn van gister van het rennen).
We haalden onze spullen op in de Lodge en reden naar het Visitor Centre om een petje te kopen. Op dit (korte) stukje zagen we 3 vogels die nogal schuw zijn. Ze zijn zwart met geel en groter dan een kraai: kaketoes. Mike kon ze prima filmen en fotograferen.
Daarna reden we via de Elephant Pass naar St. Helens. Onderweg zagen we in een weiland een struisvogel. We gingen er heen om te filmen (achter het hek hoor) en vonden hem maar lelijk en zeer agressief (echt oppassen geblazen, je komt liever een beer tegen…..).
In St. Helens was de ontvangst in het hotel Tidal Waters niet om over naar huis te schrijven. De dame was waarschijnlijk moe en bovendien was de kamer ook hier erg koud. Maar nu hadden ze alleen een heel klein kacheltje om het warm te stoken. Dat schoot niet op. Gelukkig vonden we ook nog een klein straalkacheltje. Helaas géén elektrische deken voor Mike!
We maakten een zelfgesmeerd, uitgebreid diner voor twee (brood dus) en hielden onze met veel moeite verdiende dollars in de knip!
Woensdag 9 juni 2010
St. Helens > Launceston: 180 km
Rond St. Helens hadden we nog niet veel bekeken. Dit deden we deze ochtend dus voor we richting Launceston gingen. We reden verschillende (doodlopende) zijwegen en kwamen zo bij Binalong Bay, The Garden, de Bay of Fire, Humbugpoint en Skeleton Bay. Het eerste stuk regende het flink, maar later klaarde het op en hadden we mooie uitzichten. Helaas zagen we ook vandaag geen “blows” van walvissen of dolfijnen. Wel de eerste pelikaan: zwart met wit! Voor ons een nieuwe soort, die ons overigens wel aan Myconos deed denken!
Vervolgens reden we via Scottsdale over de hoofdweg/snelweg, waar je harder mocht dan 100 km. Je denkt dan “dat schiet lekker op”, maar…..hij was maar 2-baans, erg kronkelig en smaller dan bij ons een doorsnee 80-km-weg. Vijftig was dus al een behoorlijke snelheid, maar iedereen (ook vrachtwagens!) reed gewoon die 100 of meer!! Soms dus best wel griezelig. Gelukkig was het buiten het seizoen en niet erg druk. Je kwam ongeveer om de 5 minuten een auto tegen.
Ook hier was het landschap weer erg groen, heuvelachtig, met weilanden en veel soorten grote bomen langs de weg. Wat opviel was, dat er veel mos op de bomen zat, er hele grote varens groeiden en er wéér veel troep langs de weg lag.
Soms kreeg je het gevoel dat je in Limburg reed, maar dan met bijna geen verkeer en geen “kinderkopjes”. Aan de vele verschillende soorten, gekleurde vogels merkte je wel dat je in een ander land was. Zo ook aan de grote kraaien/raven (‘currawongs’). Die hebben hier trouwens een leven als een luis op een zeer hoofd: het vlees ligt voor het oprapen (weer heel veel roadkills!)
In de stad Launceston hadden we onze bagage naar het hotel gebracht. Helaas moest je ook in dit hotel (fors) betalen voor internet. Omdat we daar te krenterig voor zijn, gingen we lopend op zoek naar Mc Donald, want daar is het gratis (toen we het hotelpersoneel naar Mc Donald vroegen zag je de teleurstelling op hun gezicht en één dame moest lachten)! Op de terugweg aten we bij de Subway en zo hadden we meteen een deel van de stad bekeken.
Donderdag 10 juni 2010
Launceston > tot vlak voor Cradle Mountain National Park
Om 9 uur zaten we weer in de auto. Het was slechts 3 graden en je zag vers gevallen sneeuw op de bergen (ongeveer 1500 m hoogte). Het was zo koud! Op sommige tegenliggers lag zelfs af en toe ook een klomp sneeuw!!
Zo kwamen we aan bij de Lemonthyme Lodge, waar het ook binnen erg koud was. Ze hadden wel de kachel al aangedaan, maar dat voelde je nog niet erg.
Het is n.l. een houten huisje op palen. Dat stook je met deze temperatuur natuurlijk niet zo maar warm. En…omdat het op palen staat, voelde je ook heel goed wanneer er gelopen (of id.) werd. We schudden dan alle kanten op.
Omdat we zo vroeg waren, hadden we nog tijd om een rondje door het bos te lopen. Dit kan hier zonder ernstig gevaar, want beren zitten er zeker niet! We liepen naar de Big Tree. Dit was een hele dikke boom van zo’n 50 meter hoog en 600 jaar oud. Er stonden er nog 2 van……die van 100 meter zijn 100 jaar geleden al gekapt door onze voorouders……….
Ook hier is het rond 17.00 aardedonker. In deze kou (en regen/sneeuw) was dat geen probleem, want je wilde toch het liefst binnen bij de kachel zitten. Rond half negen gingen we toch naar het hoofdgebouw, want daar werd het “wildlife” gevoerd. Dit was een succes. Er kwamen heel wat waliby’s en possums op het fruit en de groenten af (we zagen ze in het donker al klaar staan in het bos……net een sprookje). We konden een paar leuke foto’s maken. Ze waren dus wel wat gewend aan de mens (door het voeren), maar ze leven echt in het wild. Zo zien we ze toch liever dan stilliggend langs de kant van de weg!!
Vrijdag 11 juni 2010
(Nog steeds in de) Lemonthyme Lodge.
’s Ochtends zijn we met de auto naar Cradle Mountain National Park gereden.
(het links rijden gaat nog steeds goed, af en toe moet de bijrijder even waarschuwen, zeker bij een dikke tegenligger). In het ‘park’ was het mooi, maar je had weinig verre uitzichten, want de wolken hingen laag. Eigenlijk zijn we hier in de verkeerde tijd van het jaar. Met zon (en warmte) ziet ook hier de wereld er vast anders uit……..
In het park staat een (nagebouwd) huisje van Waldheim. Hij was degene die vond dat dit gebied beschermd moest worden en bewaard voor het nageslacht. Nou…wij zijn hem dankbaar, want het zag er daar erg mooi uit. Veel groen, veel bomen, heel veel mos en nog veel meer regen. Een echt regenwoud dus!
Terug in de Lodge deden we de was, werkten we aan de boeken en het verslag en hingen verder lekker voor de (nep)openhaard.
Zaterdag 12 juni 2010
Lemonthyme Lodge > Strahan: 150 km
Het was een saaie dag. 2 graden en regen/sneeuw afgewisseld door zonneschijn. De weg die we reden, leek op de wegen van de andere dagen. Groen, veel bos, grote stukken bosbouw, veel troep langs de weg (plastic, blikjes, enz.) en ondanks dat je vlak langs de bosrand rijdt met weinig zicht hoef je niet bang te zijn voor overstekend groot wild (beren, elanden, enz.)……Het wildleven in Australië is ‘nocturnal’: alleen actief in het donker en dus overdag (bijna) geen last van.
We stopten in het oude mijnbouwdorpje Zeehan voor een kop koffie en voor een klein museum (o.m. stoomtreinen) en we bekeken de Murchison Dam. Ook hier zagen we weer een mooie regenboog! Zo kwamen we in Strahan waar het ook weer bijzonder koud was op de kamer. Daarom gingen we lopen naar de supermarkt, dan kon de kachel zijn werk doen….
We probeerden te internetten, maar dat werkte ook niet echt….
We liepen in het donker naar een eetgelegenheid….
Toen we “thuis” kwamen, zat er een possum voor de deur, welke bij het zien van Tineke supersnel de boom in ging. Dat hadden we al geleerd: vergeet in Tasmanië de spinnen en slangen (zitten er bijna niet) maar loop nooit vlak langs een boom! Voor je het weet, hangt er zo’n beest (possum) in je nek (een soort grote rat maar dan met een liefelijke kop)!
Zondag 13 juni 2010
(nog een dag in) Strahan
We moesten weer op tijd op, want we gingen een boottrip maken door de baai en op de Gordon River (vertrek 8.30). ’s Ochtends was het nog wel koud, maar het zag er helder uit: mooie blauwe luchten met wolken. We gingen op een behoorlijk grote boot waar maximaal 200 passagiers op konden. Hij vaart ongeveer 55 km per uur, heeft 3000 pk. en verbruikt 1 liter brandstof voor 4 kilometer. Vandaag legden we 125 km af.
We gingen eerst de baai uit, naar de “monding” van de Indische Oceaan om het verschil tussen de getijden te zien. Dat was ook hier krachtig!
Ook vaarden we langs een met de hand aangelegde “muur” midden in het water, gemaakt van basaltblokken. Dit hadden ze gedaan om het water minder ruimte te geven, zodat het met de getijden nog krachtiger in en uit stroomt. Het water neemt het zand van de bodem mee en zo blijft de vaargeul diep genoeg voor de (grotere) boten.
Daarna gingen we de rivier de Gordon op. De verwachting was dat dit saai zou zijn, maar het tegendeel was waar. Het weer zat ontzettend mee. Het was helder en bijna windstil. Daardoor hadden we goed zicht en prachtige spiegelbeelden in het water! Soms zag je zelfs niet waar het water was en leek het of je opgesloten zat (zie de foto’s)!
We gingen 2 keer aan land om een korte wandeling te maken. Zo kwamen we tijdens de eerste stop bij de oudste boom (Huonpine), maar helaas stond ook deze niet meer overeind. Hij lag al een tijdje plat en diende als voedselbodem voor nieuwe planten/bomen. Alle andere grote Huonpine’s (die alleen op Tasmanië groeien) waren gekapt……
De tweede rondgang was op het Sarah-eiland en liepen we met een (enthousiaste) gids. Ze vertelden vol overgave hoe de gevangenen hier vroeger leefden.
En…ook vandaag zagen we een prachtige regenboog! Hard van kleur en helemaal rond. Dat zeg je wanneer hij bij het begin en het einde de aarde “raakt”, maar nu was hij door de weerspiegeling bijna echt een hele cirkel!!
Heel even kwam er nog een naast, maar die was vager en bleef niet zo lang….
Verder lagen er veel zalmkwekerijen op de vaarroute in de baai. Hier hebben ze geen last van de zgn. luis, die de wilde zalm ziek kan maken. Dit komt door de combinatie van zout met zoet water. De zalm die hier verwerkt wordt, ligt binnen 24 uur in de restaurants (zeggen ze).
Op de boot kregen we honing te proeven. Hier hebben/maken ze n.l., net als in Nieuw Zeeland, de Matuka honing, welke een geneeskrachtige werking moet hebben en de beste van de wereld is.
Verder was er rond 12 uur een koud buffet (met wilde zalm!) en waren we rond half 3 weer terug in het dorp. Het was echt een adembenemende, prachtige, relaxte tocht!! Verder aan de boeken en het verslag gewerkt.
Maandag 14 juni 2010
Strahan > Derwent Bridge: 160 km
Vandaag begon de dag met 10 graden!! Dat hadden we lang niet gehad. Bovendien scheen de zon stevig! We reden naar de Franklin Gordon Wilderness Area. Daar liepen we enkele wandelroutes. Telkens weer hadden we aan het eind van die trips prachtige uitzichten/vergezichten en wat vooral opviel waren de oorverdovende stiltes (alsof de band in 1 keer stopt met hard spelen…).
Queenstown bekeken, inclusief het oude station waarvandaan een oude stoomtrein naar Straha (en terug) rijdt, hadden we helaas geen tijd voor (kost hele dag).
Tevens Lake st. Clair National Park gedaan, niet heel bijzonder (de korte hikes).
Na het avondeten gingen we nog een stukje in het donker rijden om wild te kijken, maar we zagen slechts 2 dieren: een kleine possum en een walibi.
En verder nog een wombat (op een bord).
Geslapen in Derwent Bridge: 3 huizen, 1 benzinestation en een paar ‘hotels’. Onze kamer was dit keer een “cabin”, welke bij aankomst zoals gebruikelijk behoorlijk koud was.
Dinsdag 15 juni 2010
Derwent Bridge > Westerway > Maydena > New Norfolk > Hobart.
Onze laatste volle dag op Tasmanië. Fors gevroren, auto helemaal wit, we moesten warm water over de autoruiten gooien om weer zicht te krijgen (geen krabber meegenomen….). Vervolgens ‘The Wall’ bekeken: zeer omvangrijk houtsnijwerk (in huon pine) van Greg Duncan. Vervolgens de Russel Waterval en Big Tree Forest (400 – 600 jaar oude ‘gum’bomen) bekeken. Gelegen aan de Styx-dirtroad (echt een smeerzooi) en de Styxrivier. In Norfolk viel het ons op dat er zeer veel houtkachels gebruikt werden: er hing een forse naar ‘brand’ stinkende rookwolk boven het stadje. En boven heel veel huizen een rookpluim.
Ons hotel in Hobart (de grootste stad op Tasmanie: 200.000 inwoners) was slecht te vinden, maar met een beetje geluk lukte het toch.
Morgenochtend 1500 vliegen naar Sydney op het 'vaste land' van Australie, de warmte tegemoet....
Tasmanië tot slot
Omdat we toch naar Australië gingen en voldoende tijd hadden deden we ook Tasmanië. Waar het op dit moment winter is. Dit is de beste periode om de oostkust van Australië te bereizen (vanaf morgen), want daar zijn dan minder regenplensbuien en is er geen extreme hitte. Daarom was het zo koud (en nat) in Tasmanië (ligt immers veel zuidelijker op het zuidelijk halfrond, aardig richting Antarctica..). Beter in de Australische zomer doen dus…. Dan waarschijnlijk wel tig toeristen (hadden wij geen last van).
Samengevat: regen, sneeuw, kou, felle zonneschijn, groen, veel bos, zeer rustig, schone lucht (weinig verontreiniging, komt ook weinig aanwaaien), veel en ook veel soorten vogels, possums en walibi’s. Helaas geen walvissen/dolfijnen gezien. Mijnbouw, bosbouw, mooie vergezichten en heel aardige mensen. 17.00 uur donker en pas kort voor 08.00 weer licht. En in het donker wil je hier niet rijden…….(wordt ook afgeraden).
Ook in Tasmanië: bijna alle grote bomen gekapt. De Tasmaanse tijger uitgeroeid, de Tasmaanse duivel bedreigd (door een ziekte en 2000 roadkills per jaar) en de Huon Pine (boom die alleen op Tasmanië voorkomt) bijna overal gekapt (ook de kleinere). Huon Pines van duizenden jaren oud……Doet denken aan Nieuw Zeeland: Kiwi bedreigd en nog slechts enkele grote Kauri’s (duizend jaar oude bomen die alleen op NZ voorkomen) over. En dat allemaal door onze voorouders…….. (Europeanen).
Eenderde van Tasmanië is inmiddels (naar voorbeeld van de VS) beschermd natuurgebied (nationale parken).
Totaal iets meer dan 1500 km gereden: allemaal door Tineke (heel knap links gehouden!). Mike lette ook extra op en las de kaarten.
Als je moet kiezen: West-Canada en wel de Icefield Parkway, Alaska Highway, Cassiar Highway (Stewart en Hyder), Inside Passage en Vancouver Island doen. Meer ruimte, vergezichten en (groot) wildlife overdag), wel pas vanaf half juli (i.v.m. zalm, beren en orca’s).
Wij zijn benieuwd naar het ‘vaste land’ van Australië, onze reis begint daar morgen: van Sydney naar Cairns en iets daar voorbij het tropisch regenwoud in. Drie weken roadtrip met huurauto en hotels/lodges. Met vele mooie stops onderweg (Fraser Island, Greatbarrier reef, whitsunday islands, enz. enz.). We zullen proberen iedere week een verslag te plaatsen.
-
17 Juni 2010 - 13:42
Kees:
WOW! Wat een verhaal! En wat lang...
Echter: als ik eerlijk ben, trekt het mij nu niet om ook daarheen te gaan. Jullie tip om toch door Alaska te rijden, lijkt me voor mij meer geschikt. Dat moet ik snel maar eens gaan doen...
Ik ben benieuwd naar het tropisch regenwoud in Australie: ik wist niet, dat dat daar was! Dus: snel maar weer wat foto's!
Pas goed op jezelf op! -
23 Juni 2010 - 05:51
Paul En Eef:
beste tineke een heel fijne verjardag gewenst zo ver weg en nog veel plezier op jullie reis.
groetjes
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley